AB | Toen slachtten ze het pesach[offer], op de veertiende van de tweede maand en de priesters en de Levieten waren beschaamd en heiligden zich en brachten brandoffers [in het] huis van de HEER. |
SV | Toen slachtten zij het pascha, op den veertienden der tweede maand; en de priesters en de Levieten waren beschaamd geworden, en hadden zich geheiligd, en hadden brandofferen gebracht in het huis des HEEREN. |
WLC | וַיִּשְׁחֲט֣וּ הַפֶּ֔סַח בְּאַרְבָּעָ֥ה עָשָׂ֖ר לַחֹ֣דֶשׁ הַשֵּׁנִ֑י וְהַכֹּהֲנִ֨ים וְהַלְוִיִּ֤ם נִכְלְמוּ֙ וַיִּֽתְקַדְּשׁ֔וּ וַיָּבִ֥יאוּ עֹלֹ֖ות בֵּ֥ית יְהוָֽה׃ |
Trans. | wayyišəḥăṭû hapesaḥ bə’arəbā‘â ‘āśār laḥōḏeš haššēnî wəhakōhănîm wəhaləwîyim niḵələmû wayyiṯəqadəšû wayyāḇî’û ‘ōlwōṯ bêṯ JHWH: |
Toen slachtten zij het pascha, op den veertienden der tweede maand; en de priesters en de Levieten waren beschaamd geworden, en hadden zich geheiligd, en hadden brandofferen gebracht in het huis des HEEREN.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen slachtten zij het pascha, op den veertienden der tweede maand; en de priesters en de Levieten waren beschaamd geworden, en hadden zich geheiligd, en hadden brandofferen gebracht in het huis des HEEREN.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!